Het Zeeburgereiland is nieuw. Mooi, schoon en veilig. Je kunt er goed wonen. Tegelijkertijd is het belangrijk er sámen te wonen, activiteiten te delen en de buurt een eigen karakter te geven. Kunstwerken en de openbare ruimte kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de sfeer in een buurt. De vraag is echter of ze ook een stimulerende werking hebben op het gemeenschappelijk gebruik van publieke plekken.

Welke rol spelen kunst en ontwerp in het tot stand brengen van nieuwe vormen van gezamenlijkheid van een nieuw ontwikkeld gebied als het Zeeburgereiland? Die vraag stond centraal in een onderzoek van de Gerrit Rietveld Academie samen met de Universiteit van Amsterdam en de Waag. Dit onderzoek, Contemporary Commoning getiteld, kreeg een eerste aanzet van BPD, de projectontwikkelaar die onder meer het gebouwencomplex Woon& realiseerde. BPD wil meer gemeenschappelijke ruimtes in haar gebouwen beschikbaar stellen. In ons onderzoek hebben we ons echter gericht op de grootste gemeenschappelijke ruimte van het eiland: het publieke domein. Twee projecten die deel van ons onderzoek waren presenteren we in dit tijdschrift: Black Water van het collectief RAAAF, een installatie in een van de oude rioolzuiveringssilo’s, en Wielemaatjes van Jeffrey Bolhuis en Socrates Schouten, dat bestaat uit zes verplaatsbare objecten die op straat door iedereen voor van alles gebruikt kunnen en mogen worden.

Een nieuwe wijk voelt als een nieuw begin waar heel veel mogelijk is. Op het Zeeburgereiland zie je dan ook dat er flink wat initiatieven door bewoners worden ontplooid. Dat maakt de buurt heel geschikt voor experimenten met kunst en vormgeving. Bij onze projecten kregen we veel steun en medewerking van bewoners van onder andere Nautilus, Akropolis en verschillende buurtprojecten. Maar een nieuwe wijk waar alles nog op gang moet komen is ook een ideaal onderzoeksgebied voor wetenschappers. Verschillende hogescholen en universiteiten hebben de ontwikkeling van het gebied onder de loep genomen in de afgelopen jaren. De wijk wordt dan een laboratorium en voor je het weet zijn de bewoners proefdieren. Met dit tijdschrift willen we een deel van dat onderzoek met de bewoners delen. Niet alleen wat wij gedaan hebben, maar ook van andere projecten. En we kijken vooruit naar plannen op het gebied van kunst en ontwerp voor het nieuwste deel van het eiland, de Sluisbuurt.

Het Zeeburgereiland is nog lang niet af. Ook de ontwikkeling van de openbare ruimte staat niet stil. Dit tijdschrift wil een handvat bieden om die ruimte te gebruiken en te delen.

Download de volledige pdf van het tijdschrift hier.

Colofon

Contemporary Commoning: over kunst en samen leven op het Zeeburgereiland is het eindresultaat van het Contemporary Commoning-onderzoeksproject, dat van 2020 tot 2022 plaatsvond op het Zeeburgereiland in Amsterdam.

concept & redactie: Jeroen Boomgaard en René Boer
grafisch ontwerp: Richard Niessen
tekstredactie & vertaling: Jesse Ahlers
drukwerk: Drukkerij Raddraaier Amsterdam

Contemporary Commoning was een samenwerking tussen de Gerrit Rietveld Academie/Sandberg Instituut, Universiteit van Amsterdam, Waag Futurelab, Casco: Working for the Commons en Studio René Boer. Het onderzoek werd financieel ondersteund door NWO en BPD/Bouwfonds Gebiedsontwikkeling, en is mede mogelijk gemaakt door Nautilus, Waag Futurelab, Casco: Working for the Commons en de gemeente Amsterdam. Deze uitgave is mede tot stand gekomen met aanvullende bijdragen van de gemeente Amsterdam, de Gerrit Rietveld Academie, het Sluislab van Hogeschool Inholland en het Centre of Expertise for Creative Industries (CoECI).

Het onderzoeksteam werd geleid door Jeroen Boomgaard en René Boer, en bestond verder uit Ronald Rietveld, Erik Rietveld, Daria Khozhai en David Habets (RAAAF), Suzanna Tomor (Universiteit van Amsterdam, Centre for Urban Studies) en Claartje Rasterhoff (Universiteit van Amsterdam/Universiteit Maastricht), Socrates Schouten (Waag Futurelab), Jeffrey Bolhuis (AP+E), Binna Choi en Aiwen Yin (Casco: Working for the Commons) en Ektor Ntourakos (stagiair).

Het onderzoeksteam wil graag de volgende personen bedanken voor hun inzet voor het project: Anouk Roelofs, Ben Kremer, Cas Bool, Charlotte Roelofs, Christie Bakker, Cindy Wegner, Ciska Vereertbrugghen, Els Hendricks, Emily Huurdeman, Fenny Vlietstra, Gijs Hendrix, Hanne Ixfeld, Henny Hulshoff, Jaap Noordermeer, Jaap Vinken, Jeroen van Dalen, Joyce Drosterij, Joshua Abebrese, Josiah Lindquist, Jurgen Bey, Karel Koch, Katie Clarke, Kees Hudig, Kees Schipper, Liza Prins, Mary Voerman, Mirjam Vogt, Morgane Billuart, Pim Kuyper, Robbie Doorman, Robert Kloosterman, Roos van Os, Rosa Paardenkoper, Ruud Klerks, Seger Terpstra, Serge van Munster, Sharon Oldenkotte-Vrolijk, Silvia Russell, Thea Laffra, Tjerk Bosker en Wiesje Kothuis.